top of page

Hoe ziet een schooldag er uit?

Omdat kinderen meester zijn van hun eigen leerproces ziet de dag er voor iedereen anders uit. We hebben een gezamenlijke dagstart, gezamenlijke lunch en gezamenlijke dagafsluiting. Het programma hiertussen is vloeibaar en afhankelijk van de leeftijd van het kind en zijn interesses. De één kan tafels oefenen, terwijl de ander vadertje-moedertje speelt en weer een derde onderzoekt waarom je eigenlijk blauwe plekken krijgt als je je stoot. Er is ruimte voor alle interesses. Er worden zowel theorie- als praktijklessen ingepland op verschillende niveaus en er zijn capabele begeleiders die aanhaken op het ontwikkelingsniveau van het kind om samen zijn interessegebied uit te diepen.

​

Iedere dag zorgen wij voor een inspirerend aanbod wat past bij de interesses en het ontwikkelingsniveau, het is aan het kind om te kiezen waar hij aan mee wil doen.

Bovenaanzicht van spelende kinderen
Kinderen op basketbalplein

In grote lijnen ziet een dag er als volgt uit. De vakken die worden aangegeven zijn om een beeld te geven van wat er mogelijk is, dit is geen vast schema.

​

8.45 - 9.00 Binnenkomst

Kinderen komen binnen en hebben nog rustig de tijd om naar de wc te gaan, te verbinden met elkaar, hun jassen op te hangen en richting de kring te gaan.

​

9.00 - 9.30 Dagstart

We bespreken wat er die dag op het programma staat (welke lessen worden er gegeven? Gaan we gezamenlijk nog iets doen? Wil je zelf een activiteit inbrengen?), wat er de rest van de week nog op het programma staat (komt er nog een gastdocent of staat er een excursie gepland?), nemen de huishoudelijke mededelingen door (zijn er zaken die aandacht verdienen? Een ruzie, nieuw lesmateriaal, valpartij of verjaardag bijvoorbeeld) en er kunnen nog punten aangedragen worden door begeleiders of door de kinderen.

9.30 - 10.00 Fruit ronde

We vragen alle kinderen elke dag 1 stuk groenten of fruit mee naar school te nemen. Tussen 9.30 en 10.00 wordt alles gesneden, op een schaal gelegd en uitgedeeld. Op deze manier zijn we bewust bezig met zorgen voor elkaar en beginnen we de dag met een gevulde maag.

​

9.30 - 10.15 Eerste lesruimte

Bijvoorbeeld: rekenen, schilderen, voetbal, gitaarles, tuinieren, of breien

10.15 - 11.00 Tweede lesruimte

Bijvoorbeeld: schrijven, presenteren, mechanica, vrij spel, hardlopen of voorlezen

11.00 - 11.45 Derde lesruimte

Bijvoorbeeld: skeeleren, Griekse mythologie, vogels spotten, Engels, of kleding ontwerpen

Gitaar spelen
Pasta eten

11.45 - 12.30 Lunch

We ruimen samen op, dekken de tafel, helpen met opscheppen, ruimen de tafel weer af en maken alles schoon. We zorgen elke dag samen voor een verantwoorde lunch.

​

12.30 - 13.15 Vierde lesruimte

Bijvoorbeeld: verkeersles, begrijpend lezen, boetseren, een bordspel of tafels oefenen

13.15 - 14.00 Vijfde lesruimte

Bijvoorbeeld: drama, schilderen, lezen, brood bakken, verstoppertje of bodemonderzoek doen

14.00 - 14.45 Zesde lesruimte

Bijvoorbeeld: een eigen stripboek maken, Spaanse les, borduren, topografie of slijm maken 

​

14.45 - 15.00 Dagafsluiting

Samen opruimen en kort nabespreken. Hoe ging het vandaag? Wat nemen we mee naar morgen en wat doen we morgen anders?

​

​

Regelmatig komen er vragen voorbij als "wat als een kind lui is en niet wil leren?", "wat als een kind alleen maar wil spelen?" Of "Wat als een kind geen interesse heeft in rekenen/taal/etc?"

Een nieuwe manier van leren vraagt om een andere invalshoek en het loslaten van het idee wat we hadden van onderwijs. Maar wat áls kinderen alleen maar de hele dag spelen en er geen boek wordt aangeraakt? Dan leren ze toch niets?

 

Maar als je kinderen zo vrij laat, dan leren ze toch niets? 

Kinderen lachen

Doordat het leren van "de basics" op deze manier gereedschap wordt waarmee kinderen hun zelf gekozen doel kunnen behalen, leren ze vanuit intrinsieke motivatie. Het is wetenschappelijk aangetoond dat kinderen op deze manier sneller leren en bovendien blijft het geleerde beter plakken. Wij haken aan op het momentum wat ontstaat als een kind aangeeft zich op bepaalde gebieden te willen ontwikkelen door de theoretische kant van het vak te belichten en het geleerde in de praktijk te oefenen.

 

Wil jouw kind alleen maar spelen? Gefeliciteerd! Jouw kind is nu hard aan het werk met het ontwikkelen van sociale vaardigheden en leert o.a. samenwerken en overleggen. Prachtige vaardigheden die de rest van je leven waardevol zijn en die je uit geen boek kunt leren.

Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en naar zijn eigen interesses, heb vertrouwen dat het pad wat een kind kiest het pad is wat bij hem past en waar hij gelukkig van wordt. Daarnaast; een kind wat speelt, is ook aan het leren! Er kunnen vaardigheden als sociaal inzicht, ruimtelijk inzicht, plannen en organiseren, samenwerken en onderhandelen aan bod komen.

 

Tevens raken kinderen gemotiveerd om zich te ontwikkelen omdat ze "mee willen doen". Dat is dezelfde intrinsieke motivatie waarmee een kind leert lopen en praten. Wil je mee koken? Dan zul je je moeten verdiepen in het leren van maten, meten en wegen. Wil je informatie opzoeken over een onderwerp waar we les over hebben? Dan zul je moeten leren lezen. Wil je een verjaardagskaartje schrijven aan je beste vriend? Dan moet je leren schrijven. Wil je zelf een les of activiteit plannen? Dan moet je kunnen klokkijken en besef van tijd hebben.

 

​

Groepsopdracht op basisschool

"Kleuters hebben 360 uur nodig om 16 letters te leren, en dan kunnen ze nog niet lezen. Dat is 22 uur per letter. En dat terwijl een kind dat aan lezen toe is in 40 uur alle letters kent en ook nog eens kan lezen.”

Ewald Vervaet-

Ontwikkelingspsycholoog en docent

In sommige situaties kan het voor kinderen lastig zijn om de motivatie te vinden om zich te verdiepen in bepaalde stof. Over het algemeen gaan wij er vanuit dat een kind op zo'n moment nog niet "leerrijp" is en hij er nog niet aan toe is te gaan werken met de stof. Kinderen die wel leerrijp zijn vinden namelijk gemakkelijk de motivatie om zich vaardigheden eigen te maken en doen dit ook binnen afzienbare tijd.

​

Echter, mocht het voorkomen dat een kind naar de uitstroomleeftijd c.q. richting het voortgezet onderwijs gaat, en we signaleren dit, kunnen we hier (in overleg met het kind en de ouders) meer op gaan sturen. We zoeken dan samen naar een manier waarop we lesstof kunnen presenteren op een manier die het kind aanspreekt. Zo creëren we samen een balans tussen het volgen van het innerlijke kompas en tegelijkertijd dragen wij zorg dat een kind goed voorbereid de overstap naar het voortgezet onderwijs kan maken.

bottom of page